5 maart 2017

Het dertigers dilemma || Een trein die niet meer stopt!

Na mijn hyperventilatie-avontuur op Plein 40 (klik HIER om blog #1 nog een keer te lezen) en het besef dat ik het overlijden van mijn vader nog niet goed verwerkt had, was het voor mij snel duidelijk.
Het voelde alsof ik op een trein was gestapt vanaf het moment dat ik hoorde dat mijn vader ziek was. Die trein is gaan rijden en nooit meer gestopt. Misschien is die trein zelfs steeds harder gaan rijden. En nu was het punt gekomen dat mijn lijf heel duidelijk aangaf dat het genoeg geweest was. Mijn lichaam trok aan de noodrem: stop die trein!
Dertigersdilemma
Ik kon de signalen niet negeren en moest dringend aan de slag. Van de huisarts kreeg ik een verwijzing naar een psycholoog. Vol goede moed belde ik de psychologenpraktijk, maar de moed zakte toen al snel in mijn schoenen. Zes weken wachttijd. Hoe is het mogelijk? Zes weken wachten, hoe overleef ik dat? Als ik de weken tel, zie ik dat er drie weken vakantie in de wachttijd zitten. Oké Manon, laat je niet kennen, dat moet te doen zijn, dat lukt je wel.
Ik stort mij op mijn nieuwe baan en dit gaat goed. Thuis gaat het minder. Weinig energie, vroeg naar bed, prikkelbaar naar mijn man en kinderen toe inclusief het korte lontje. Mijn ademhaling zit te hoog, ik ben duizelig en heb continu spanning op mijn borst. Dit leidt er weer toe dat ik met regelmaat paniekaanvallen krijg. Dan ben ik er van overtuigd dat ik op dat moment dood ga. Het is verschrikkelijk. Er zijn nachten dat ik niet durf te slapen. De nachtmerries zijn te erg. De ene nachtmerrie is nog luguberder dan de ander. Elke keer als ik weer een beetje in slaap sukkel schrik ik weer wakker.

Het gebrek aan slaap breekt me op. Voor het eerst in mijn leven weet ik het niet meer. Wat is er met mij aan de hand? In overleg met de huisarts ga ik medicijnen nemen. Ik krijg Oxazepam mee naar huis. Ik kan ze innemen om de spanning te verminderen en om te slapen. Het voelt als falen dat ik medicijnen moet slikken en dit niet op eigen kracht te boven kom. Maar zodra ik het met anderen over de “pammetjes” heb, weet ik niet wat ik hoor. Het lijkt wel of bijna iedereen ze slikt of in ieder geval in huis heeft. Ook verhalen over paniekaanvallen komen veelvuldig langs. Bizar. Waarom wordt hier amper over gesproken? Maar belangrijker; vertel mij hoe ik hier vanaf kom!
En toen was daar gelukkig de vakantie. Drie weken vrij en lekker met de tent naar Frankrijk. Hiep hoi! Nou niet voor mij. Mijn man met twee kinderen en een patiënt op stap. En ja…die patiënt was ik.
Ik deed enorm mijn best en er waren ook momenten dat ik genoot van de vakantie, het mooie weer en het samen zijn met mijn gezinnetje. Maar het was toch vooral een gevecht met mezelf. Mijn lijf stond vol spanning en de paniekaanvallen die ik af en toe had waren over gegaan in een continu gevoel van angst om dood neer te vallen. Ik had totaal geen vertrouwen meer in mijn lichaam. Als ik naar de wc liep vroeg ik mij al lopende af of ik die wc wel zou halen. Als we in het zwembad waren, was ik bang dat mijn hart het zou begeven als ik in het koude water zou springen. ’s Avonds was ik bekaf en blij dat ik de dag was doorgekomen en in mijn slaapzak kon kruipen.

Eenmaal in mijn slaapzak kon ik niet wegvluchten voor mijn gedachten en mijn emoties. Wat voelde dat eng en wat deed het pijn. Zoveel pijn dat ik dat eigenlijk niet wilde voelen en als ik het toeliet kwamen de tranen. Oh wat heb ik gehuild. En niet van die tranen zoals bij het kijken van een romantische dramafilm ofzo. Nee, een stroom van tranen die ik niet kon stoppen. Jankend en schokkend lag ik in de armen van mijn man. Ergens tussen die tranen kwam het besef. De confrontatie met de keiharde realiteit. Mijn papa is dood. Hij is niet meer hier en komt ook nooit meer terug!

Liefs Manon