5 juli 2016

Dagboek van een single mama; de dag!

Stress
‘Tja mevrouw. Het liefst houden we u hier, maar in verband met de feestdagen heeft de gynaecoloog toch besloten dat u naar huis mag. Mits u uw medicatie slikt zoals voorgeschreven en u het erg rustig aan doet.’
Ik kon de verpleegkundige die aan mijn ziekenhuisbed stond wel zoenen. De dag ervoor was ik door de verloskundige doorgestuurd naar het ziekenhuis, omdat er eiwitten in mijn urine zaten en mijn bloeddruk veel te hoog was. In het ziekenhuis hadden ze besloten dat ik moest blijven, omdat ik daar meer tot rust zou komen en de kans op zwangerschapsvergiftiging dan kleiner was. Maar na een nacht wakker te hebben gelegen van de stress en van alle geluiden die de nachtdienst maakte, was ik vermoeider dan ooit. Ik had mijn verpleegkundige gesmeekt of ik naar huis mocht. Gelukkig gaf ze me na overleg met de gynaecoloog het voordeel van de twijfel, of misschien was ze mijn gezeur gewoon heel erg beu.
Ik beloofde haar braaf alles wat ze wilde horen en voordat ik het wist reed ik met mijn vriend naar huis.
Pregnant woman
Ziekenhuis
In de weken die volgden had ik veel controles. Ik stond sinds mijn opname onder controle van het ADRZ in Goes. Dit hield in dat mijn eigen verloskundige mijn bevalling niet zou mogen leiden, wat ik verschrikkelijk vond. Bij elke controle in het ziekenhuis zag ik wel een nieuw gezicht. Ik had totaal geen kans om een band met één van hen op te bouwen, waardoor ik me niet helemaal bij hen op mijn gemak voelde. Ik had zo gehoopt dat Jeanet (mijn verloskundige) me door mijn bevalling heen zou slepen. Zij had mijn hele zwangerschap met me meegelopen en ze wist hoe bang ik voor de bevalling was. Nu was het maar afwachten wie er dienst had. Misschien wel iemand die ik nog nooit had gezien.
Helaas kwam er nog meer slecht nieuws bij tijdens één van mijn laatste controles, zo’n twee dagen voor kerst.
Slecht nieuws
‘Nou mevrouw de Bel. U hebt al een centimeter ontsluiting,’ mompelde de streng kijkende gynaecoloog.
Hij had zich bij binnenkomst voorgesteld als Drs. Moordhamers. Een kleine, oudere Vlaamse man. Hij deed me denken aan een hobbit en bij alles wat hij zei had ik het gevoel dat ik moest huilen.
‘We zullen door alle omstandigheden de baby toch erg binnenkort moeten gaan halen door middel van een inleiding.’ Ik keek hem vragend aan.
‘We brengen dan een pilletje bij u naar binnen, dat uw baarmoedermond week maakt en zo hopelijk de bevalling op gang helpt. Dus zeg het maar, u kunt tussen kerst en oud en nieuw komen, of op 1 januari.’
Hands on a pregnant belly
Nieuwjaarsdag
Hij keek niet eens op van zijn dossier. In mijn hoofd werd het één grote chaos. Dat was wel heel snel! En een inleiding, wat hield dat verder nog in?’ Ongeduldig beantwoordde hij mijn vragen en uiteindelijk koos ik voor 1 januari. Ik was op m’n dood en probeerde alles zo lang mogelijk uit te stellen.
‘Prima.’ Hij krabbelde wat onleesbaars op papier en stond toen op. ‘Dan zien we u dan. Succes nog even.’ En weg was hij, mij met tranen in m’n ogen en compleet in de war achterlatend. Mijn vriend kon zijn geluk niet op. ‘Ah joh petat! Één dag, even doorzetten en dan is hij er eindelijk!’
One born every minute
‘Jij hebt lekker makkelijk praten!’ blafte ik terwijl de tranen over mijn wangen liepen. ‘Jij hoeft niks te doen! Ik lig daar straks te creperen en jij zit daar maar een beetje. Praat asjeblieft niet meer tegen me tot je iets zinnigs kan zeggen!’ (Ik was met name tegen het einde van mijn zwangerschap niet meer te genieten…).
Wijselijk hield hij zijn mond.
In de dagen die volgden las ik alles wat er te lezen was over bevallingen en keek ik tientallen afleveringen van ‘One born every minute.’
Wat overigens niet hielp, en mijn angst alleen maar erger maakte. Ik raad het aanstaande moeders in ieder geval niet aan.
Elke keer als ik een aflevering opzette, keek mijn vriend me afkeurend aan, maar hij zei niks. Wat waarschijnlijk beter was ook. Slimme kerel.
De dag
En dan is daar die dag. DE dag. 1 januari. Achteraf was de dag na oud en nieuw misschien niet de beste keuze, maar ik kon niet meer terug. We moesten ons om 8 uur ’s ochtends in het ziekenhuis melden. Moe, maar met name doodsbang zat ik naast mijn vriend in de auto. Elke kilometer dichter bij het ziekenhuis, kreeg ik het warmer en draaide mijn maag een stukje verder om. Op de parkeerplaats pakte mijn vriend m’n hand en lachte me bemoedigend toe. Ik haalde diep adem en zuchtte.
Daar gingen we dan. Zoals hij al zei, even doorzetten en dan is onze kleine frummel er. Dan is het allemaal voorbij. Dan kijken twee kleine oogjes me aan en pakken twee kleine handjes mijn vingers. Vastberaden liep ik naar de draaideuren. In m’n hand hield ik de foto van de 3D-echo.
‘Tot snel vent,’ fluisterde ik terwijl ik met mijn duim over het wangetje streek.
Ik voelde een ferme schop in m’n buik, alsof hij wilde zeggen; ‘Tot snel mam, geen zorgen!’
Met een glimlach stopte ik de foto in mijn tas en wreef ik over mijn buik.
‘Ik ga m’n best voor je doen knul. Tot snel.’
X Shanna