Schijn.. ons leven met Tijn #3 Het rollenspel met Tijn!

Het rollenspel dat Tijn graag speelt, is er een dat hij zich tot in detail eigen maakt.
Hij is vandaag werkman. Maar je bent geen werkman zonder werkkleren. Dus moet alles tot in de puntjes geregeld worden. Hij heeft een knalgele werkbroek. Een echte van het merk Blaklader. Zoals werkmannen die ook hebben. Die werkbroek zit, net als bij een échte werkman, vol met zakken.
Geen zak blijft onbenut en wordt volgestopt met allerlei spul wat een klusser nodig heeft. Gevolg: een complete look als werkman, inclusief mega bilspleet. Meneer heeft namelijk zijn zakken zo vol zitten met spullen dat zijn broek continu van zijn kont glijdt. Geen riem, want; “néé mam, dat hóórt zo”…

Daar mag dus niks van worden gezegd. Tijn is werkman en werkmannen hebben dat. Als Tijn zijn werkbroek aan heeft, groet hij al z’n collega’s vriendelijk en krijgt hij veel reacties terug. Want Tijn is dan echt in zijn rol; een collega van de mannen van de gemeente of iemand die op de fiets langsrijdt in een felle werkbroek; Tijn is echt ‘one of the guys’
Hij groet ze allemaal alsof het zijn collega’s zijn. Geweldig om te zien. Werkmannen hebben vaak ook sigaretten. Tijn vindt dat mega interessant. Dus staat hij met witte papiertjes sigaretten te draaien en in zijn mond te stoppen. Een blokje fungeert als aansteker en Tijn doet het geluid na van het aansteken van een sigaret. Net echt. Ik draai me om en Tijn staat buiten. Bij de voordeur. Hij heeft een vriend van ons zo geobserveerd tijdens het roken dat het echt identiek is aan de manier waarop hij dat doet. Als ik lach gaat het mis.

Tijn denkt dat ik hem uitlach. Hij schopt tegen de deur en roept de meest verschrikkelijke woorden naar mijn hoofd. Ik probeer hem af te leiden met een opmerking van “Welke klus ga je zo doen?” Maar helaas lukt het me niet om hem uit de boze bui te halen en moet ik een paar schoppen tegen mijn schenen incasseren. Gelukkig draait zijn bui daarna weer.
Na zijn rookpauze gaat hij verder klussen. In de tuin. Met tegels. Als ik even naar het toilet ga en terugkom zie ik in de tuin één grote ravage… Er liggen wel twintig tegels van het terras op het gras én een apetrotse Tijn met een schep in zijn hand. Hij is helemaal bezweet van het harde werken en veegt zijn voorhoofd af.
“Kijk eens mam, ik ben een echte werkman! Ik heb de tegels er uit gehaald want ze moeten opnieuw gelegd worden…”