ZeeuwZe vertelt… Franca Treur!

Franca Treur is geboren en opgegroeid in Meliskerke, Zeeland! En we kennen haar natuurlijk allemaal van haar eerste succesvolle boek ‘Dorsvloer vol confetti,’ waarvan er meer dan 150.000 exemplaren zijn verkocht. Momenteel woont ze in Amsterdam, maar voor De ZeeuwZe ging ze weer even terug naar haar wortels en wij mochten haar 7 vragen stellen!
Tekst: Rachelle Verhage
1. Opgegroeid in Zeeland, altijd grote dromen gehad en toch heel dicht bij jezelf gebleven.
Welke eigenschappen, als je op je jeugd terug kijkt, hebben geholpen om succesvol te worden als schrijfster?
“Ik groeide op zonder televisie. Boeken waren juist belangrijk, vooral dat ene Boek. Je kan zeggen dat ik uit een woordcultuur kom, en voor een schrijver is dat een geweldige voedingsbodem. Het duurde wel heel lang voordat ik kon geloven dat een schrijvend leven voor mij was weggelegd. Ik wist simpelweg niet dat dat een mogelijkheid was, en heb mijn toekomst lang gezocht in het onderwijs, een beroep waarbij ik me iets kon voorstellen. Door aan schrijfwedstrijden mee te doen, en die te winnen, kreeg ik het zelfvertrouwen dat ik iets met het schrijven zou kunnen gaan doen. Misschien wel nog het meest omdat ik merkte hoe ontzettend leuk ik het vond.”
2. Jouw eerste boek werd een groot succes! Een droom. En dan ben je plotsklaps in Zeeland (en daarbuiten) ‘beroemd.’ Hoe ga je daarmee om? En heeft een bepaalde mate van Zeeuwse nuchterheid jou daarbij geholpen?
“Ha! Die beroemdheid, daar willen mensen altijd alles over weten, maar tegelijkertijd moet je in Nederland, en ook in Zeeland, juist doen alsof die er niet is. En vaak is die er ook niet. Het grootste deel van mijn tijd zit ik gewoon thuis te schrijven en wasjes te draaien en eten klaar te maken. Door mijn succes komen er wel vaak leuke uitnodigingen op mijn pad. Dat weer wel. En verder hoop ik dat mensen mijn boeken vooral kopen om wat ik maak, niet alleen omdat ze me een keer op tv hebben gezien. Dat laatste mag natuurlijk ook, alles mag, maar ik zou me niet graag afhankelijk voelen van roem. Dan hoef je maar iets kleins verkeerd te doen, en je bent uit de gratie. Dan heb je meteen een probleem met je bestaan.”
3. En dan word je op een ochtend wakker en lees je lovende recensies over jezelf! Bijvoorbeeld jouw laatste bundel X&Y kreeg maar liefst vier sterren in de Volkskrant, in NRC en in De Morgen! En van “Dorsvloer vol confetti” werden meer dan 15.000 exemplaren verkocht!
Hoe voelt dat nu? En hoe ga je hiermee om?
“Waardering is ontzettend fijn. Dat voorop. En als iemand in de krant schrijft dat je iets moois hebt gemaakt, dan is dat geweldig. Maar het is het ook het lot van kunstenaars dat ze soms begrepen zullen worden en soms niet, dus hier geldt weer dat je niet je geluk daarvan moet laten afhangen. Een recensie is ook gewoon een mening. Uiteindelijk gaat het erom of lezers je werk omarmen.
4. Kun je ons iets meer vertellen over jouw schrijfproces? Sluit je jezelf maanden op als je aan een nieuw boek gaat werken?
In de laatste fase van een boek sluit ik me inderdaad op. In het begin niet, want dan gaat het schrijven nog niet zo hard. Dat is de fase waarin er nog veel nagedacht wordt en er nog veel ter discussie staat. Maar heb ik eenmaal een deadline afgesproken, dan probeer ik zoveel mogelijk thuis te blijven.”
5. Is Zeeland -waar je wortels liggen- nog steeds een thuis voor je of is dat nu Amsterdam?
“Zeeland is, precies wat je zegt, de plek waar mijn wortels liggen, de plek van mijn familie, mijn vroegere thuis. Nu voelt Zeeland voor mij als andermans terrein, het terrein van een gemeenschap die ik heb verlaten. Ik kom er heel graag, maar ik voel me er niet zo vrij om te denken en te doen wat ik wil. Ik woon nu in Amsterdam, waar ik opga in een heterogene massa. Ik ben gehecht aan mijn leven daar, maar ik sluit niet uit dat ik van plek ga veranderen. Ik denk niet dat ik nu een echt thuis heb, misschien nog het meeste in het schrijven. Overal waar ik goed kan schrijven, kan ik gelukkig zijn.”
6. Goed, stel nu dat vrienden van je uit de Randstad naar Zeeland gaan voor een korte vakantie. En ze vragen enkele tips. Wat zijn dan jouw tips?
“Ik ken Zeeland niet goed als toerist. Ik vind Veere mooi en Domburg en Middelburg, Goes, Haamstede en Zierikzee. Ook de kleine dorpjes zijn prachtig. Sinds ik er een tijdje heb gewoond vind ik de omgeving van Sluis ook geweldig mooi. Ik hou van het filmfestival in Vlissingen, en van de boulevard. Je kunt prachtig wandelen en fietsen op de eilanden, maar dat weten jullie in Zeeland allemaal veel beter dan ik. Ik kwam vroeger niet zo ver. Ik ging met de schoolbus naar Goes, en dat was het.”
7. En als laatste vraag; hoe zie jij de ZeeuwZe vrouw?
“Volgens mij staan Zeeuwse vrouwen wel goed bekend. Je hoort nooit over Gelderse vrouwen of Drentse. Zeeuwen worden gezien als speciaal!! Geen idee waarom, maar ik profiteer ervan!!”
Franca Treur