6 september 2016

De geboorte van een mama, over helse pijnen en ware liefde!

Blogger Shanna schrijft elke maand over haar leven als alleenstaande en jonge moeder! Dit keer schrijft ze over de geboorte van Max, haar ware liefde. 

´Komt u maar mee mevrouw.´
Schoorvoetend liepen mijn vriend en ik achter een tamelijke grote verpleegster aan. Ze wees ons op de verloskamer. `Doe alsof u thuis bent. Ik kom zo weer bij u kijken met de verloskundige. De badkamer is die deur daar links in de gang.´
Geschrokken keek ik mijn vriend aan. ´De badkamer is in de gang! Dus als ik bevallen ben, en moet douchen…´
´Tja..´ Hij keek bedenkelijk.
Ondertussen installeerde hij zijn laptop en huiswerk op de tafel naast mijn bed. ´Ga maar gewoon liggen en maak je niet te druk. We kunnen het nu niet meer veranderen.´
Zonder tegen te stribbelen, wat erg bijzonder was in mijn geval, deed ik wat hij zei.
Hij gaf me mijn laptop en een stapel Friends-dvd’s. Dat was het enige wat me een beetje kon afleiden.
Ik ging zo comfortabel mogelijk liggen en wachtte af.
photo_39595_20150724
Oncomfortabele pil 
Na een klein kwartier kwam de verpleegster terug met de verloskundige, zoals beloofd.
Ze stelde zich voor en ik vergat haar naam eigenlijk onmiddellijk. Terwijl de verpleegster twee banden om mijn buik bond, ging de verloskundige er eens goed voor zitten. (Die banden meten je weeën en de hartslag van de baby, voor zover ik me kan herinneren.)
‘Ik ga deze pil bij u inbrengen.’ Ze hield een wit ding ter grootte van een zetpil omhoog. ‘Deze pil zorgt ervoor dat uw baarmoedermond week wordt en de bevalling gaat beginnen. Dit kan wat oncomfortabel zijn.’
Dat was erg zacht uitgedrukt, maar ik hield me groot. Piepen en vloeken bewaarde ik voor straks.
PIJN
Zo’n inleiding is verschrikkelijk. Je ligt maar te wachten tot je pijn voelt en voor een lange tijd gebeurt er niks. Ik had wel krampen, maar blijkbaar waren die niet pijnlijk genoeg om binnen de categorie “wee” te vallen.
HALLO.
PIJN.
Tegen een uur of zeven ’s avonds vroeg ik mijn om mijn eigen kussen te gaan halen bij mijn ouders thuis. Het zag ernaar uit dat we voorlopig wel even zouden blijven en die ziekenhuiskussens zijn een ramp. Braaf vertrok hij. Hij was nog geen tien minuten de kamer uit, of ik voelde een helse pijn in m’n buik, rug en benen. Ik schrok me kapot en er sprongen tranen in m’n ogen. Precies op het moment dat de pijn een beetje afnam, kwam de nieuwe verloskundige binnen. Zij was van de avonddienst en had zich een uur daarvoor voorgesteld. Ze was een stuk minder leuk dan de verloskundige van de dagdienst, maar ik moest het er maar mee doen.
photo_36736_20150328
Een goeie wee! 
Ze pakte een stuk papier wat uit een machine naast mijn bed kwam. Daarop stonden de weeën, onze zoon zijn hartslag en ik geloof die van mij. ‘Dat was een goeie wee!’ zei ze enthousiast.
Ik had geen tijd om te reageren, want weer voelde ik die verschrikkelijke pijn.
‘Ah, een weeën storm,’ concludeerde ze meteen. ‘Heel gewoon bij een inleiding.’
‘Ik wil m’n vriend!’ riep ik tegen haar. Ze stuurde de verpleegster nog naar de parkeerplaats, maar hij was helaas al weg. Ik probeerde hem te bellen, en toen ik hem zo’n twintig rampzalige minuten later te pakken kreeg, zat hij blijkbaar aan de koffie bij mijn ouders.
Ruggenprik
Gelukkig hoorde hij hoeveel pijn ik had en reed hij als een gek naar Goes. Om 21.00 uur kreeg ik eindelijk een ruggenprik. Door de weeën storm had ik geen tijd om op adem te komen en ik was kapot. Met bed en al werden we naar de uitslaapkamer van het operatiegedeelte gereden. Door de kantine van het ziekenhuis, heel fijn als je ligt te creperen.
Daar aangekomen moest ik zitten met een gebogen rug. De anesthesiste zette twee grote prikken in mijn boven- en onderrug, ter verdoving. Goed te doen, vergeleken met de weeën. Daarna plaatste ze een slangetje in het midden van mijn rug, waar de medicatie door geven werd. Dat voel je dus lopen hè. Je schouders worden koud. Heel naar. Maar het hielp direct. Na het plaatsen van een katheter, charmant, mochten we terug naar de kamer.
sandal
9 centimeter ontsluiting
Nu was het eindelijk weer te doen. Eindelijk. 

Tegen elven appte ik mijn moeder dat ze maar wakker moesten blijven. De verloskundige was geweest en ik had 9 centimeter ontsluiting. ‘Nog maximaal een uurtje, schat ik,’ had ze gezegd.
Niet dus. Helemaal niet.
Die laatste centimeter liet namelijk tot half 3 ’s nachts op zich wachten. HALF 3. Ik was gebroken en wilde helemaal niet meer. Het persen wilde ook niet lukken, de baby wilde gewoon nog niet. Onze verloskundige was ook alles behalve motiverend.
‘Goed zo! Ik zie haartjes, heel goed! Nee nu niet meer, een beetje beter uw best doen hoor mevrouw!’
Vernietigend keek ik haar aan. Na een klein uurtje persen werd de gynaecoloog opgeroepen. Ik kon en wilde niet meer en smeekte om een keizersnede.
De man die vervolgens binnenstapte herinnerde me ik nog van een controle. En ik vond hem alles behalve aardig. Hij stelde zichzelf voor.
‘Dr. Moordhamers, aangenaam. Ik ga uw baby halen met behulp van een vacuümpomp.’ Na een korte en duidelijke uitleg over wat dat was en hoe dat in z’n werk ging, wat ik jullie ga besparen, ging hij aan het werk.
Ik kon alleen maar huilen, wat was dit verschrikkelijk. Ik deed mijn ogen dicht en perste.
‘Doe uw ogen open mevrouw, uw zoon komt er nu aan!’ Hoorde ik Moordhamers zeggen. Ik deed wat hij zei en daar was hij. Zo klein, zo perfect, zo vies. Max. Onze Max.
photo_39699_20150729
Max
Hij werd op mijn buik gelegd en even bestond het hele ziekenhuis niet meer. Moordhamers, de verloskundige, verpleegster en mijn vriend, ze waren er gewoon even niet. Max was er. En hij was van mij. Hij huilde en pakte met zijn kleine vingertjes mijn wijsvinger. Mijn vriend knipte als trotse vader de navelstreng door en gaf me een kus op m’n voorhoofd.
‘Goed gedaan petat, hij is perfect.’
Maar toen ineens haalde de verpleegster Max weg. (Ze gaf het wel aan hoor!) Ze moesten hem schoonmaken, meten en wegen. Ondertussen werd de placenta geboren, die Moordhamers omhoog hield. Mijn vriend trok zo wit weg dat ik even dacht dat hij knock out zou gaan. Daarna begon de goede dokter met hechten. Zonder verdoving. Zonder. Verdoving.
‘Hij doet me pijn,’ mompelde ik tegen mijn vriend. ‘Het kan geen pijn doen, dit is van nature verdoofd door de bevalling.’ Moordhamers antwoordde voordat mijn vriend de kans kreeg.
SORRY
‘Zal ik verdorie je ballen eens zonder verdoving aan je benen naaien, dan zullen we is zien of het pijn doet,’ snauwde ik tegen hem. De arme man heeft zwijgend zijn werk afgemaakt en is vertrokken. Mocht hij dit lezen, of iemand hem kennen: SORRY!!
Maar daar was Max weer. Hij had zijn oogjes open en keek me aan. Ik begon te huilen en gaf hem een kus op zijn voorhoofd. I did it. Hij was er en hij was van ons. Een kleine uk van 2800 gram en 48 centimeter. De foto van de 3D-echo lag op het nachtkastje. En in plaats van over de foto te aaien, aaide ik nu over een zacht, roze wangetje en kuste ik een klein, plat neusje. Niemand pakte me dit ooit nog af.

Ik beloofde hem daar in het ziekenhuis dat ik er altijd voor hem zou zijn, altijd achter hem zou staan en dat ik onvoorwaardelijk van hem zou houden. Ik was mama. Ik ben mama. En daar komt niemand, maar dan ook echt niemand, tussen!
Liefs Shanna