Waar breng je me naartoe???

Lieve baasjes,
Toen ik nog heel klein was nam je me mee. In een iets te warm mandje werd ik liefdevol de auto in gedragen en thuis in een te grote mand neergelegd.
Het rook er vreemd, niet naar mama. Er lagen rare speeltjes en schijnbaar werd ik geacht om ermee te spelen. Ze roken muf en te nieuw.
Dagen heb ik onder de bank gezeten en alleen maar benen en voeten gezien. Totdat ik eindelijk heel voorzichtig mijn eerste stapjes zette in mijn nieuwe thuis. Want daar was ik ondertussen wel achter, dat dit mijn thuis zou worden.
De warme melk van mama miste ik zeg. Een koude plens water lag in een soort fel gekleurd bakje en daarnaast lagen brokken. Ze stonken.
Maar goed, aangezien ik niet op de tafel mocht klimmen om mee te eten met het heerlijke eten dat jullie aten wist ik bijna zeker dat verwacht werd dat ik de brokken zou eten en dat gekke doorzichtige vocht zou drinken.
We werden vrienden. Ik voelde me thuis en jullie waren altijd lief voor me. ALTIJD! Als ik kopjes gaf werd ik geaaid en als ik mauwde mocht ik naar buiten, toen ik al wat groter was.
Mijn huis, ons huis.
Maar ineens kwamen er van die grote bakken op de overloop te staan en stopten jullie daar kleding in. Eerst dacht ik dat het vast een nieuwe slaapplek was maar na een paar keer weggestuurd te worden begon ik daar mijn twijfels over te krijgen.
De bakken gingen dicht en toen kwam hetzelfde mandje op de tafel te staan als waarmee ik binnen kwam, EN OOK HETZELFDE MANDJE ALS WE NAAR DIE NARE MAN GAAN DIE ALTIJD IN MIJN BEK WIL KIJKEN.
Goed, ik kreeg al wat kriebels hier en daar. Vermoedens. Vermengd met nieuwsgierigheid, want dat ben ik vanuit mijn aard.
Die avond wilde ik naar buiten, mijn vrienden opzoeken, maar de deur bleef dicht. Hard miaaaaauwen hielp niet, en kopjes geven al helemaal niet. Wat is er aan de hand?
De volgende ochtend werd ik in de mand getild, ondanks dat ik tegen stribbelde. BLIJF VAN ME AF, IK WIL SLAPEN!
De mand ging in de auto en de auto reed een minuut of 20. Waar waren we?
Toen ik uit de auto werd gedragen zag ik een vrolijke boel. Overal bomen, het rook er lekker en er stond een lieve mevrouw op ons te wachten.
Na een paar woorden gewisseld te hebben gaf je mij aan deze lieve mevrouw. WAT?? HALLOO, WAT DOE JE??
Waar ga je heen?? Laat me hier niet achter!! De mevrouw liep met mij naar een grote woonkamer toe en zette me tussen 20 andere lotgenoten. WAAAAAAT?? Ik wil geen nieuwe vrienden, heb ze niet nodig. Heb al vrienden.
‘Tot over drie weken,’ riep baasje nog. Fijn. Lekker dan. Zit ik hier drie weken lang tussen de andere katten.